Drie essentiële tests om de kans op succes bij multifocale lenzen te vergroten

 

De aanpasprotocollen voor multifocale lenzen verschillen met het lensontwerp. Dit is onmogelijk om te harmoniseren en tot één ​​gemeenschappelijk protocol te maken. Contactlensfabrikanten zijn het best geplaatst om u te begeleiden bij het kiezen van de eerste proeflens, slechts één advies: volg de aanpasgids!

Als aanpasser kunnen we echter onze kansen op succes maximaliseren en de stoeltijd verkorten door het aantal proeflenzen te verminderen en dit eenvoudig door een aantal tests te optimaliseren. Laten we dat eens van dichterbij bekijken...

Ten eerste is het essentieel om een ​​refractie opnieuw uit te voeren op het moment van de aanpassing. Het doel van de refractie is niet om een ​​voorschrift te verkrijgen, maar om een ​​bruikbare sterkte voor contactlenzen te verkrijgen. We streven daarbij naar de meest positieve sterkte. Een efficiënte en eenvoudige methode om de meest positieve sterkte te bepalen is de vereenvoudigde Humphriss-methode.

''Het is essentieel om een ​​refractie opnieuw uit te voeren op het moment van de aanpassing.''

 

Dit zijn de stappen:
- Plaats de gevonden vertesterkte tijdens de monoculaire refractie in een proefbril. Lees een regel letters die iets groter is dan de maximaal gelezen regel.

- Vervaag het linkeroog met +1.00 Dpt. Plaats  +0,25 Dpt voor het rechteroog en vraag of het zicht beter, slechter of hetzelfde is.

- Als de persoon de +0,25 Dpt accepteert (identiek of beter), is het noodzakelijk om de sfeer aan te passen met +0,25 Dpt, herhaal deze stap tot op het moment dat het zicht slechter wordt.

- Zodra het rechteroog klaar is, wisselt u het +1.00 glas naar het rechteroog en plaatst u +0.25 Dpt voor het linkeroog totdat het zicht slechter wordt.

- Verwijder vervolgens het +1.00 DS glas.

Dit is het eindresultaat dat u kan gebruiken om de sterkte van uw multifocale lens te kiezen
. Optiexpert helpt u rekening te houden met astigmatisme en de lens/oogafstand (vertex).

Het tweede sleutelelement is oculaire dominantie. Er zijn verschillende soorten dominantie. Degene die voor ons het nuttigst is bij multifocale lenzen is, is perceptuele dominantie. Deze wordt bepaald met behulp van een glas +0,75 of +1.00 DS.

''Optiexpert helpt u rekening te houden met astigmatisme en de lens/oogafstand (vertex)''

Om de test niet te vervalsen door een mogelijke over- of ondercorrectie van één oog, raden wij u aan de hierboven waarde van +0.75 of +1.00 te gebruiken. Plaats het glas in een proefbril en toon een visuslijn die iets groter is dan de maximaal afgelezen waarde, en hou vervolgens afwisselend het plus-glas voor het rechteroog en het linkeroog. De persoon moet u vertellen welk oog het meest last heeft van het plus glas, dat is het dominante oog.

Tot slot hoeft u alleen nog maar de additie te bepalen. Ook hier adviseren wij u om deze te bepalen aan de hand van uw nieuwe sterkte verkregen na aanpassing volgens Humpriss. Een van de methoden is het toevoegen van een plus sterkte op beide ogen tot het lezen van de kleinste lettertjes (Parinaud 2-test) mogelijk is. Dit vertegenwoordigt de minimale additie. U hoeft alleen maar +0,75 Dpt toe te voegen aan deze waarde om de optimale additie te verkrijgen.

Met deze eenvoudige en snelle tests kunt u de essentiële gegevens verkrijgen voor een goede aanpassing met multifocale lenzen. De Optiexpert app helpt u dan bij het maken van uw eerste paslenskeuze.


Veel succes met uw aanpassingen!
 

Catherine Kaczmarek, Professional Affairs Manager BeLux

Wil je reageren op deze column, stuur gerust een mail: ckaczmarek@coopervision.nl 

 

Mocht je interesse hebben kan je altijd  een aanvraag doen voor training bij jou in de winkel:

Ook geven wij regelmatig workshops bij ons op kantoor, wel is het hiervoor nodig om je vooraf in te schrijven: 

Of volg een Webinar of een e-learning:

 

More Blog Posts